NAAR THUIS

Net toen ik mijn filmpje van de week klaar had, zag ik op tv dat in het Noordbrabants Museum de tentoonstelling IMAGINE HOME te zien was. 
In deze tentoonstelling laten dertien toonaangevende kunstenaars uit Afghanistan, Libanon, Oekraïne, Palestina, Syrië, Tunesië, Zuid-Afrika, Zwitserland en Nederland zien hoe zij ontheemd zijn ervaren. 

“Een huis is niet alleen een plek waarin je woont, een huis leeft óók in jou. (…) Misschien is thuis eerder een denkbeeldige plek dan de plaats waar je woont of vandaan komt. (…) Het gevoel van thuis kan gelukzalig en geruststellend zijn, maar ook pijnlijk of melancholisch…”

Het thema sloot mooi aan bij mijn filmpje, want wat is eigenlijk thuis? Dat is voor iedereen anders. Op de tentoonstelling sprak ik met een échte vluchteling. Er was voor haar een kleine ruime ingericht met Perzische tapijten en kussens met daarop Arabische teksten. Samen met haar- een Iraans meisje van 25 jaar oud gevlucht uit Iran voor de strenge wetten en regels voor vrouwen – ging ik op het tapijt zitten en we dronken thee. Zeker een half uur hebben we gepraat over haar ervaringen als vluchteling. En dan ook nog als vrouw alleen. Ze was het strenge regime ontvlucht, maar ook haar familie, die haar niet de vrijheid gaf die ze nodig had als mens. Thuis als veilige haven had ze nooit gekend, en toch gaat ze naar thuis, keer op keer. 

GREEN ROOM

In de Green Room zitten we in onze binnenwereld: je bent met jezelf. Zodra de Ander in beeld komt, kom je in de buitenwereld. Al je indrukken ga je dan uitdrukken. Je betreedt als het ware het levenstoneel en je komt bij de vraag: Wie ben ik? Deze vraag ontstaat in relatie met de Ander. Zonder de Ander komt de vraag: Besta ik of niet?

Met medewerking van kunstenares Monique Oerlemans.

GEDACHTEN

Gedachten lijken kleine stemmetjes opgesloten in jezelf. Als krakende takjes op je levenspad maken ze geluid en sterven daarna af.

Het gedicht in het filmpje is van M. Vasalis

GEDACHTEN

Al mijn gedachten zitten binnen
en met hun voorhoofd aan de ruit
van al mijn ramen, van onderen tot boven
gedrongen, kijken zij mismoedig uit.

De oudste hebben kindergezichten,
ze dansen soms en fluistren met elkaar,
de jongste hebben rimpels, grijzend haar.

M. Vasalis